Begin jaren ’90 van de vorige eeuw werden te Empel de resten opgegraven van een voor Nederland belangrijke monumentale tempel uit de Romeinse tijd. Bijzonder was de reconstructie van de bovengrondse architectuur van dit heiligdom en dat de hier vereerde hoofdgod kon worden vastgesteld: de bij de Bataven populaire godheid Hercules Magusanus
Ruim 25 jaar later werd in het nabijgelegen Maren-Kessel opnieuw een voor Nederland belangrijke ontdekking bekend gemaakt door archeoloog Nico Roymans van de Vrije Universiteit Amsterdam: de mogelijke locatie waar de Romeinse veldheer en staatsman Julius Caesar in 55 v.Chr. twee Germaanse stammen vernietigde.
Julius Caesar als veldheer (58 – 44 v.C.) Julius Caesar als staatsman (100-44 v.C.)
Tot op heden was de locatie van deze veldslag, waarover Caesar uitvoerig schreef in Boek IV van zijn ‘De Bello Gallico’ (‘Gallische Oorlogen’), onbekend.
Gouden munt (Aureus) van Julius Caesar uit 48 v.C.
Het is de vroegst bekende veldslag op Nederlandse bodem. De conclusies zijn gebaseerd op een combinatie van historische, archeologische en paleo-geografische gegevens.
Kaart van Gallia en Belgica
De vondsten van deze veldslag bestaan onder meer uit grote aantallen skeletresten, zwaarden, speerpunten en een helm. De twee Germaanse stammen Tencteri en de Usipetes kwamen oorspronkelijk uit het gebied oostelijk van de Rijn en vroegen expliciet om asiel bij Caesar.
Denarius, geslagen door Julius Caesar, met portret van Vercingetorix (48 v.C.)
Caesar weigerde dit verzoek en gaf zijn troepen opdracht om de stammen op gewelddadige wijze te vernietigen. Tegenwoordig betitelen we een dergelijke actie als genocide.
Gallische Oorlogen door Julius Caesar 58 – 50 v.C.
Tijdens de lezing ging Roymans dieper in op de ontdekkingen bij de Brabantse locaties Empel en Maren-Kessel en de historische betekenis ervan.